Deze 8 dingen doe je altijd fout als je je huis schoonmaakt
Hoe je het ook wendt of keert: schoonmaken moet je, en waarschijnlijk nog vaker dan je lief is ook. Ben je dan toch eindelijk aan het boenen geslagen, dan kun je het maar beter meteen goed doen, anders schiet het alsnog niks op. Wedden dat je deze acht dingen altijd al fout doet?
1. Je dweilt de vloer met warm water
Je verwacht het niet, maar voor het optimale resultaat dweil je de vloer met koud water. Dat komt omdat warm water sneller verdampt, waardoor zeepresten van het schoonmaakmiddel achterblijven op de vloer. Koud water met een beetje sop does the job, want dat reinigt wel en voorkomt strepen. Toch liever dweilen met heet water? Skip dan het schoonmaakmiddel en klaar de klus alleen met het water en je dweilstok. Al betwijfelen we hoe schoon je vloer dan echt wordt, maar goed. De keuze is aan jou.
2. Je gebruikt te dure schoonmaakmiddelen die ook nog eens slecht zijn voor het milieu
Het is totaal onnodig om schoonmaakmiddelen in te slaan die een rib uit je lijf kosten. Om de boel een beetje schoon te krijgen, kun je gewoon de gouwe ouwen gebruiken waar je ouders en grootouders bij zweren. Inderdaad, groene zeep, soda en schoonmaakazijn dus. Die doen wat ze moeten doen, zonder het milieu te vervuilen. Een goed middeltje kun je trouwens ook prima thuis maken, dat doe je met een sprayer, wat water en een beetje allesreiniger.
Lees ook: 10 plekken in huis die je altijd vergeet schoon te maken
3. Je gebruikt chloor als schoonmaakmiddel
Chloor ontsmet de boel, maar maakt niet schoon. Als je de wc-pot dus echt een goede beurt wil geven, ontsmet je hem met chloor en een toiletborstel en haal je er daarna nog een sopje overheen. Ontkalken? Dat doe je dan weer met een scheut schoonmaakazijn. En vergeet natuurlijk niet om de wc-borstel daarna ook te reinigen. Week hem bijvoorbeeld in chloor en spoel hem goed af. Vergeet vooral niet om 'm daarna liggend te laten drogen, want je weet: een natte plek is een broedplaats voor bacteriën. En laat je daar nou net niet overbodig veel van willen hebben in je toilet.
4. Je vergeet dit randje van de wc standaard
Heb je zo je best gedaan om die plee een beetje schoon te krijgen, lees je dit artikel. Want nee, zo goed doe je het kennelijk niet. Het stuk waar de toiletpot en bril aan elkaar vastgemaakt zitten, wordt namelijk standaard vergeten. En dat is zonde, want hier zitten de meeste bacteriën. Toch maar even een doekje langshalen dus, de volgende keer.
Lees ook: Maak het makkelijk: deze 11 lifehacks wil je kennen voor je dertigste
5. Je gooit je schoonmaakdoekjes in de was en gebruikt ze opnieuw voor de verkeerde plekken
Hoezo 'verkeerde plekken'? Na het wassen kun je een doekje toch gewoon weer overal voor gebruiken, horen we je denken. Maar nee, je hebt het fout. Het is niet heel hygiënisch om een doek die je voor de wc hebt gebruikt, na een wasbeurt voor de keuken te gebruiken. In plaats daarvan kun je beter per taak of ruimte een andere kleur doek gebruiken, zodat je weet welke waarvoor bedoeld is. Was de doeken apart van je andere was op zestig graden en doe er geen wasverzachter bij. Daar wordt de boel echt een stuk schoner van.
6. Je gebruikt de verkeerde schoonmaakdoekjes
Een stofhoop schoonmaken met een natte doek is niet erg effectief. De stofdelen worden namelijk niet opgenomen in het doekje, en door de natte bende die achterblijft krijg je alleen maar meer bacteriën. In plaats daarvan kun je voor het ontstoffen beter een microvezeldoek of plumeau gebruiken. Moet je daarna alleen wel even goed stofzuigen, anders heeft het alsnog geen nut.
Lees ook: Schoon huis: voor deze rotklusjes heb je in je vakantie wél tijd
7. Je sprayt direct op het oppervlak
Een te dikke laag schoonmaakmiddel zorgt er juist voor dat het oppervlak niet schoon wordt, dus voor een optimaal resultaat spuit je een beetje spray op je schoonmaakdoek en veeg je de boel daarmee schoon. Uitzonderingen daargelaten, maar dan staat het vaak wel op de verpakking.
8. Je vervangt de stofzuigerzak niet op tijd
Nee, als je stofzuiger amper nog zuigt ben je niet op tijd. Op tijd betekent: wanneer de zak ongeveer voor tweederde vol is, dat is vaak na zo'n zes tot acht weken. Vervang je hem pas later, heb je kans dat etenswaren die je hebt opgezogen inmiddels aan het schimmelen zijn. Niet zo fris.