Chantal Janzen interviewt Gordon
Nou is Gordon altijd al goudeerlijk, maar in dit onderonsje met Chantal gaan pas echt de remmen los. Ook over zijn privéleven trouwens. Want verdriet: dat kent hij wel.
Hoe zie jij jezelf?
‘Ik ben altijd wie ik ben. Ik doe me nooit anders voor.’
En zien andere mensen jou zoals je echt bent?
‘Nee. Terwijl ik dus altijd mezelf ben, ook in interviews. Ik zat bijvoorbeeld in 24 uur met, en daarna kreeg ik duizenden reacties van mensen. ‘Wat fantastisch, wat geweldig!’ Ik dacht: huh!? Wat is dit? Hoezo wordt daar nu ineens zo op gereageerd? Zo ben ik altijd geweest. Maar mensen denken vaak dat ik arrogant ben, of een klootzak. Naar aanleiding van de documentaire die Michiel van Erp vorig jaar over mij maakte, kreeg ik eindelijk eens een heel leuke recensie. Maar wat stond er als titel boven? ‘Een klootzak met een gouden hart’. Ik dacht: krijg ik eindelijk een keer een leuke recensie, staat er ‘klootzak’ boven.’
Waar komt dat stukje klootzak dan vandaan?
‘Ik weet het niet, want dat ben ik verre van. Ik ben een lolbroek. Ik zie niet altijd overal de serieuze kant van in, maar dat is juist vaak mijn redding. Ik ben gewoon veel te eerlijk, in alles eigenlijk. Dat is ook mijn valkuil. Ik had in sommige situaties mijn bek moeten houden. Maar ergens wil ik ook niet anders. Want ik vind het fijn dat het van mijn bord af is. Ik ben gewoon goudeerlijk. Hé, goud! Het thema van vandaag. We hebben hem!’
Ik denk dat niet veel mensen weten hoe attent jij bent. In tegenstelling tot veel collega’s gaat het bij jou niet alleen over jou als ik je spreek.
‘Daar hebben inderdaad heel veel collega’s last van. Ik heb van de week de rekening eens opgemaakt. Wie zijn nou mijn vrienden uit het vak? Heel eerlijk gezegd: niemand. Dat vind ik wel een beetje triest. Dat je zo intens met mensen hebt gewerkt en dat ik nu nog steeds niet over Gerard kan zeggen dat hij mijn vriend is.’
Waarom is dat?
‘Omdat hij dat niet vindt. Gerard heeft al zo vaak gezegd: ‘Ik beschouw Gordon als een goede collega.’ Wow. Collega. Dank je wel. Maar ik heb gelukkig mijn eigen vaste inner circle. Dat zijn mensen met wie ik al dertig jaar bevriend ben en die mij van haver tot gort kennen. Dus al die onzin dat ik met iedereen ruzie zoek, is gewoon niet waar. Ik ben alleen heel vaak teleurgesteld door mensen. Door collega’s die niet eerlijk zijn of de boel verdraaien. Mijn manager zegt dan: ‘Slik het in.’ Terwijl ik denk: maar het zijn tyfuslijers dat ze dat doen, en dan komt het er bij mij toch uit.’
Ik ben je weleens op vakantie tegengekomen. Toen was je heel relaxed. Is dat omdat niemand je dan herkent?
‘Ja, omdat je anoniem bent. Dat is zo fijn. Ik ben geen bekende Nederlander die naar Curaçao gaat. Dat vind ik de hel. Als je daarnaartoe gaat als bekende Nederlander, dan wil je gewoon aandacht. Daarom haat ik het als mensen zeggen: ‘Oh, hij wil zeker weer aandacht.’ Nee, zo ben ik niet. In Kaapstad ben ik de gelukkigste persoon ter wereld. Niemand kent me daar. Ik kan in mijn neus pulken, ik kan aan mijn lul zitten, ik kan bodyshots van een gozer z’n lijf drinken, en niemand die opkijkt. Dat is heerlijk!’
Wanneer kwam bij jou de omslag, dat je dacht: bekendheid is niet alleen maar leuk?
‘Het eerste jaar is volledig aan me voorbijgegaan. Ik begon met een nummer één-hit, en dan zit je in een soort rollercoaster. Die trein is nooit opgehouden. Maar ik vond vooral de meningen van mensen heel erg. Ik was het zingende schaap met de zoetsappige liedjes. Terwijl ik het liefst r&b zong. Ik vind het eigenlijk heel jammer dat ik met een Nederlandstalig nummer ben doorgebroken.’
Het heeft je geen windeieren gelegd.
‘Nee, dat is absoluut waar. Ik heb me kapot gezongen. Letterlijk en figuurlijk.’
Wanneer kwam je erachter dat je niet alleen zanger was, maar dat mensen ook om je moesten lachen?
‘Dat kwam door een televisieprogramma van Catherine Keyl. Catherine heette dat programma. Kutterine, haha. Ik was 23 kilo afgevallen en had daar een boek over geschreven, en ik zat bij Catherine om dat te promoten. En toen vroeg ze me de onsterfelijk belachelijke vraag: ‘Eet je ook anders als je homo bent?’’
Haha.
‘Dus ik kijk haar aan en zeg: ‘Ik snij mijn komkommer liever niet in plakjes.’ John de Mol zat te kijken. Die belde me ’s middags en zei: ‘Ik heb vanmiddag zo gebruld van het lachen. Wat een stom wijf. Maar wat ben jij grappig, man. Vind je het leuk om een tv-programma te doen?’ Het begon met WK spelshow. Ik zei nog: ‘Maar ik heb helemaal niks met voetballen. Alleen met voetballers,’ haha.’
Mis je het zingen erg?
‘Ja. Ik mis het wel. Maar ze hebben het van me afgepakt door mijn platen niet te draaien. Ik zing nog steeds, thuis. Gister heb ik tijdens de familie-barbecue ook de microfoon aangezet, ik heb zo’n zanginstallatie thuis. Dan zit ik met mijn broers te zingen, dat is heel leuk. Maar ik heb ook periodes gehad dat ik het echt verschrikkelijk vond. Mijn stem was weg, ik kon niet meer zingen. Door de medicatie kon ik geen toon houden. Toen heb ik het echt vervloekt. Uiteindelijk ben ik gestopt met de medicijnen en heb ik opnieuw zangles moeten nemen. Na vier jaar kwamen ze er namelijk achter dat mijn heesheid door die medicatie kwam.’
Ik moest zo lachen toen ik voor Chantal blijft slapen bij jou ging logeren. Toen trok je een lange strip medicijnen uit je keukenla, die je vervolgens in de blender wierp. Maar dat hoef je niet meer allemaal te slikken, toch?
‘Nee. Ik neem nu nog alleen een spuit insuline ’s ochtends.’
Iets heel anders. Heb jij er weleens last van gehad dat je homo bent?
‘Vroeger werd ik op straat geregeld toegeroepen met: ‘Hé homo!’ En mijn plaatverkoop is gehalveerd toen ik uit de kast kwam. Catherine Keyl outte mij op televisie, in De 5 uur show. Ongevraagd. Ik wilde dat zelf niet zeggen. Niet omdat het geheim was, maar een heteroseksueel gaat toch ook niet vertellen dat hij heteroseksueel is? Catherine Keyl dacht daar blijkbaar anders over.’
Catherine loopt als een mooie, rode draad door je leven.
‘Ja. Maar nog steeds is homo zijn nog wel een ding, hoor. Ik presenteerde een paar jaar geleden De Gouden Kooi en toen zei een jongetje van elf tegen zijn moeder over mij: ‘Hé mam, die kuthomo staat voor de deur.’ Live op televisie, hè. ‘Goeie opvoeding,’ zei ik tegen haar.’
Word je in de liefde ook anders gezien dan je bent?
‘Áltijd. Dat hele relatieding is gewoon onmogelijk voor mij in Nederland. Er hangt zo’n zweem om mij heen alsof ik het alleen maar doe met jonge jongetjes. Ik vind het vreselijk als mensen dat denken of zeggen. Ja, ik ga weleens met een jongen van 21 naar bed, maar dat is niet mijn voorkeur. Maar ik ga nu het programma Gordon gaat trouwen doen.’
Ga je daarin serieus trouwen?
‘Ja. Voor mijn vijftigste wil ik getrouwd zijn, dus ik dacht: dan maar op tv. Als mijn leven toch al in dienst staat van die kut- camera, kan ik net zo goed die camera gebruiken.’
Wiens idee was dat?
‘Eigenlijk was het een idee van John. Die zei: ‘Waarom ga je niet op televisie trouwen?’ Uiteindelijk dacht ik een paar maanden geleden: ik kan wel ‘nee’ blijven zeggen, maar nu heb ik ook niks. En misschien zit er een leuke vent tussen, en ben ik voor de kerst getrouwd.’
Je zit weer in een slanke fase, zie ik. Is dat iets waar je veel mee bezig bent? Ben je onzeker over je lijf?
‘Ik ben door die huidziekte wel getekend, vroeger vond ik mezelf verminkt. Het begon toen ik 29 was, toen mijn vader overleed. Zo’n ziekte kan ontstaan door een traumatische gebeurtenis, het zit niet in mijn familie. Het begon met een plekje op mijn achterhoofd. Uiteindelijk werd het zo erg dat ik zeven jaar geleden een week opgenomen ben geweest in het AMC. Ik zat helemaal onder de psoriasis. Het was zo heftig dat mijn huid niet meer kon ademen. Als ik onder de douche stond, hoorde je het gewoon kraken. Het was verschrikkelijk. Sinds vijf maanden is het weg. Maar het komt altijd weer terug, want het geneest nooit.’
Voel je je dan onzeker als je op vakantie in een zwembroek moet?
‘Ja, dat doe ik nooit. Of ik moet alleen zijn. Maar weet je wat het gekke is? Het heeft mij nooit belemmerd in mijn seksuele escapades. Ik zorgde er altijd voor dat het licht uitging, haha.’
Ook al is het allemaal wat minder strak en gaat alles wat zakken, ik merk zelf dat ik met de jaren gek genoeg steeds zekerder word over mijn lijf. Heb jij dat ook?
‘Ja! Ik zou nu zo mijn T-shirt uittrekken. Het maakt mij echt niets meer uit als ik een onsje meer weeg. Ik doe het nu zelfs met het licht aan. Niet dat ik mezelf knap vind, dat vind ik helemaal niet. Maar dat heb ik niet zo nodig, knap is zo vergankelijk. Ik kan iemand heel knap vinden die eigenlijk helemaal niet zo mooi is, maar vanbinnen wel ontzettend leuk. En ik ken mensen die ik heel knap vind om te zien, maar die ik, zodra ze hun mond opendoen, echt verschrikkelijk vind. Dan zijn ze ineens zo lelijk. Weet je wie ik knap vind? Winston. Dat vind ik zo’n leuke man.’
En wat is je grootste verdriet?
‘Gisteren was ik voor het eerst sinds het overlijden van mijn moeder weer met mijn broers en zusjes samen. En ik ben erachter gekomen dat verlatingsangst een grote rol speelt in mijn leven. Daarom kan ik in relaties te krampachtig vasthouden aan de liefde, aan dat warmtegevoel. Dat is gekomen door mijn zus Tineke. Ik was haar oogappel en zij was alles voor mij. Maar zij kreeg een relatie met Geert, een vreselijke man. Mijn ouders waren daar totaal niet blij mee, die accepteerden het niet, dus is zij uit huis gegaan. Maar dat betekende dus dat ze mij moest achterlaten, en dat heeft ze gedaan. Ze heeft twintig jaar niet naar me omgekeken. Dus gisteren was het tranen met tuiten, want toen kwam weer naar boven dat dat als een rode draad door mijn leven loopt. Dat moment van afscheid nemen, dat achter die auto aan rennen en haar weg zien rijden. Dat heeft een enorme impact op mijn leven gehad. Dus ja, het was een heel heftige avond. Maar we hebben ook heel veel gelachen. Eigenlijk precies zoals wij zijn. En zoals ik ben. Of het regent, of de zon schijnt.’
Heb je er ooit therapie voor gehad?
‘Ja. En voor al die andere dingen ook, haha. Ik ben een basket case, een hopeloos geval. Dat vond mijn psycholoog ook, denk ik. Ik vind psychologie heel interessant. Afgelopen jaar heb ik een poging gedaan om een cursus psychologie te volgen, via de LOI.’
Wat zou dr. Gordon zichzelf adviseren?
‘Ik zou zeggen: zorg voor meer stabiliteit in een relatie. Ik heb altijd alles willen doen voor de ander, en dat werkt averechts. Dat verstikt. Maar ik was dan zo blij dat er iemand van me hield en een arm om me heen sloeg. En was doodsbang dat-ie weer zou vertrekken. Ik ben nu drie jaar vrijgezel, wat ik vreselijk vind. Maar dat komt ook doordat de breuk met mijn laatste vriendje zo heftig was. Op de een of andere manier heb ik altijd de verkeerde te pakken. Ik vraag tegenwoordig van tevoren: are there any mental issues I should know of? Heb je OCD? Slik je vaak antidepressiva? Zeg het gewoon. Want weet je hoeveel mensen aan die fucking kutzooi zitten? Weet je hoeveel mensen een afwijking hebben? En wat ik mezelf vooral zou adviseren, is om het niet zaligmakend te laten zijn. Het heeft ook voordelen om alleen te zijn. Een relatie is toch best een ding, dus ik ben er wel minder mee bezig dan een paar jaar geleden. Maar ik zou het ook zo ontzettend gezellig vinden om weer verliefd te zijn. En dat dat dan niet meer over gaat. Dat je voor altijd verliefd bent. Maar in deze tijd van Social Chlamydia is het bijna niet meer te doen om mensen voor jezelf te houden. Kunnen ze jouw man anders niet voor me klonen?’
m.m.v. Nathalie Huigsloot, concept Esmée Geeratz, styling Nancy Steeman @ Pim Thomassen Agency, haar & make-up Clayton Leslie @ House of Orange, stylingassistent Teuntje Asveld, productie Maximiliaan Versluijs, met dank aan DeLaMar Theater
Gordon Heuckeroth (48) groeide op in Amsterdam, in een gezin met zeven broers en twee zussen. Hij volgde een koksopleiding en verkocht damesondergoed op de markt. In 1991 brak hij door met de single Kon ik maar even bij je zijn. Daarna volgden vele nummers, zoals Ik hou van jou, Ik bel je zomaar even op en Never nooit meer. Op televisie maakte hij onder meer veel series met Gerard Joling. Ook was hij een van de drie Toppers. Onlangs presenteerde hij weer een serie: Hotter than my daughter. In 2014 opende hij twee lialen van horecazaak Blushing, een in Amsterdam en een in Blaricum. Nu volgt Rotterdam. Gordon is single en woont in Blaricum.