Bindingsangst: generatiedingetje of bestaat het echt?
Je wilt dolgraag de ladder van de liefde betreden en jullie samenzijn bezegelen met een relatie. Maar hij of zij ziet het relatiegebied als een regelrechte war zone. Daar is-ie, de kink in de relatiekabel: bindingsangst. Maar is dit iets wat we onszelf hebben aangepraat, een ik-wil-niet-met-jou-excuusbrief of bestaat het echt?
Bindingsangst, het lijkt alsof we massaal op dit fenomeen duiken zoals we deden ten tijde van de flippo-hype. Zodra we ook maar het vermoeden hebben dat we ons niet aan lover X of boy Z kunnen binden gooien we er een sticker met koddige letters ‘bindingsangst’ op. Helaas vinden we deze niet op de bodem van de chipszak. Is bindingsangst lariekoek, regelrechte onzin of hebben we er echt last van? We kropen op de bank bij Nynke Nijman (28), consulent seksuele gezondheid (NVVS) en oprichtster van platform voor seksuele gezondheid ilvy.com.
We vragen ons natuurlijk af of het woord dat in De Dikke van Dale is gekropen, ook daadwerkelijk bestaansrecht kent. Bestaat het wel?
‘Het idee achter bindingsangst bestaat, alleen hebben we zelf die naam eraan gegeven. Waar het vandaan komt en ontstaat is voornamelijk in je eerste kinderjaren. Als klein kind zijn de enige waardevolle relaties die je aangaat die met je ouders - je primaire relaties. Op basis van die relaties leer je of deze relaties goed voor jou zijn, leer je vorm te geven aan je eigen behoeftes, wensen en leer je om mensen te vertrouwen. Op dit punt van je leven leer je dat je het waard bent om van te houden. Hierbij is de ideale setting die van liefdevolle ouders en onvoorwaardelijke ouders. Ben je blij of verdrietig; je wordt altijd door ze gehoord. Het idee van bindingsangst is dat je in de eerste kinderjaren geen constante onvoorwaardelijke liefde hebt gehad of dat er omstandigheden waren waardoor je jeugd onveilig was. Je bent onveilig gehecht. Je hebt dus niet geleerd dat je het altijd waard bent, mag zijn wie je bent en je emoties mag uiten. Op latere leeftijd zal dit zich in andere relaties uiten. Dus het idee achter bindingsangst bestaat wel degelijk, maar het woord hebben we er zelf aan gekoppeld.’
Is bindingsangst een smoes van deze tijd om een relatie uit de weg te gaan?
‘Het is wel iets van deze tijd om het te gebruiken als een makkelijk excuus. ‘Met jou lukt het niet, want ik heb bindingsangst’. Dan heb je immers een logische reden om het te beëindigen. Dit gebeurt uiteraard vaak, maar heus niet altijd. Er zijn mensen die door dat stukje geschiedenis uit hun kinderjaren echt een stuk onvermogen hebben om zich veilig aan iemand te kunnen binden, door de twijfel aan vertrouwen op zichzelf en vertrouwen in andere mensen. Maar dat gaat dieper dan een excuus. Deze hechtingsstoornis geldt voor vrijwel elke betekenisvolle relatie.’
Zijn we niet gewoon veel te kritisch omdat we te veel keuze hebben?
'Tja, de keuze is reuze. Als je kijkt naar waar het huwelijk vroeger voor stond, dan was het een sociaal en economisch samenkomen. Nu verwachten we zo belachelijk veel van onze partners. Ze moeten aantrekkelijk, lief en zorgzaam zijn. Ze moeten een goede vader, minnaar, schoonzoon en harde werker zijn. O, en hij moet ook nog goed liggen bij je vrienden. We zijn kritischer dan ooit geworden. Op het eerste gezicht zullen heel veel mannen en vrouwen niet aan jouw voorwaarden voldoen.’
Anderzijds dringen we onszelf misschien te veel op, in het streven naar perfectie en het hebben van dé perfecte relatie? Hebben we generatiehaast?
‘Het gaat tegenwoordig allemaal heel snel. We duiken op volle snelheid het internet op, op zoek naar de liefde. Vroeger - zo’n vijf jaar geleden - ontmoetten we mensen, je sprak af, belde en daar ging veel meer tijd overheen. Inmiddels ontmoeten we mensen op Facebook of Tinder. We gaan het gesprek aan, we maken een selectie en vragen ons af of die persoon interessant genoeg is en aan jouw voorwaarden voldoet. We zijn veel sneller in het maken van beslissingen en keuren dan ook zeer gemakkelijk mensen af. Dat brengt verschillende risico’s met zich mee. Want je rekent iemand af die je nog nooit gezien hebt. Het kan zijn dat je iemand al volledig hebt afgeschreven terwijl die persoon veel meer te bieden heeft. Of je gaat een ideaalbeeld creëren van iemand die je nog nooit hebt ontmoet. Dan kan het vaak alleen maar leiden tot een teleurstelling in het echt. Maar dat beeld heb je zelf gecreëerd. Daar kan diegene helemaal niets aan doen.’
Oké, als we willen ‘thuisdokteren’: hoe herkennen we dat het menens is en hoe pakken we het aan?
‘Je moet eerst bij jezelf nagaan of jouw ‘angst’ zich alleen op een relatie met een partner richt of ook op de andere relaties in je leven? Want als het ook in die relaties een grote rol speelt, dan is dat een goede reden om aan te nemen dat er oprecht een probleem speelt in de relatievorming. Ga naar een psycholoog toe, ga het gesprek aan en bespreek wat je doet in een relatie. Wat betekent een relatie voor jou? Ga je je anders gedragen? Welke gevoelens levert het je op? De psycholoog kan je ook leren om bepaalde patronen te doorbreken in plaats van direct uit een relatie (of bijna relatie) te stappen. Het geeft je bepaalde inzichten die je alleen maar verder kunnen helpen.’