Rake tips van een expert voor iedereen met sproetjes
Zodra de eerste zonnestralen onze huid aanraken, ontwaken de bruine vlekjes op ons gezicht uit hun winterslaap. Sproeten, je omarmt ze of je verstopt ze liever onder een laag plamuur.
De geschiedenis van de sproet
De reputatie van de sproet kent pieken en dalen. Vroeger werden sproetenkoppen voor heksen aangezien en verdween je op de brandstapel. Deze barbaarse taferelen kennen we niet meer. Wel gaven de beauty- en mode-industrie lange tijd de voorkeur aan een egale en vlekkeloze huid. De sproeten werden zorgvuldig gecamoufleerd. Dat is nu wel anders.
Bekijk ook: Chantal vertelt over haar sproeten
Modellenbureaus vechten om meisjes met sproeten en modeketen Topshop introduceerde zelfs een sproetenpotlood, waarmee je de vlekjes zelf op je huid kunt toveren. Echte sproetfanaten gaan aan de haal met sproetstickers of laten de sproeten tatoeëren met pigment. De sproet, nep of echt, is voor iedereen weggelegd en daarmee is de strijdbijl na een jarenlange haat-liefdeverhouding begraven. De sproet mag, nee, moet gezien worden.
Spot on
Wie van kleins af aan al liefkozend of plagend sproetenkop wordt genoemd, mag haar sproeten ‘schoonheidssproetjes’ noemen. ‘Met deze ‘epheliden’ word je niet geboren, maar ze verschijnen vaak wel op jonge leeftijd. Sproeten ontstaan door een ophoping van het pigment melanine in de opperhuid. Deze ‘hoopjes’ pigment beschermen je huid tegen verbranding en kleuren donker door de zon. Sproeten laten zich daarom vooral in de lente en zomer zien. De aanleg voor sproeten is genetisch. Vooral blond- en roodharige kinderen met een licht huidtype kunnen ontelbaar veel lichtgekleurde sproeten krijgen die symmetrisch over het gezicht verdeeld zijn. Naarmate we ouder worden, vervagen de sproeten, maar dat hebben we vaak nauwelijks door. Mensen met een licht huidtype en blauwe ogen ruilen vaak onopgemerkt de kinderlijke sproeten in voor ‘lentigines solares’. Deze pigmentvlekjes lijken op sproeten, maar ze zijn donkerder en groter,’ vertelt dermatoloog Elsemieke Otters, die deze bruine vlekjes geen sproeten, maar zonneschade noemt. En die benaming is een stuk minder schattig.
Zonneschade
Wie vaak lang en onbeschermd in de zon zit, krijgt op latere leeftijd last van pigmentvlekjes. Deze vlekjes zijn niet gevaarlijk maar verraden wel een overdosis aan uv-straling. ‘Te veel straling zorgt voor huidveroudering en vergroot de kans op huidkanker. Het is verstandig om deze pigmentvlekken, net als moedervlekken, goed in de gaten te houden. Trek aan de bel als de pigmentvlekjes of moedervlekken verkleuren, veranderen van grootte of gaan bloeden,’ luidt het advies van Elsemieke.
Lekker smeren
Zonneschade verdwijnt niet vanzelf. Peelings en lasertechnieken kunnen de sproeten minder zichtbaar maken, maar ook witte vlekken op de huid achterlaten. Beter is het om zonneschade al op jonge leeftijd te voorkomen. ‘Eigenlijk moet je altijd smeren. In de winter volstaat een dagcrème met lage factor, maar smeer tijdens zomerse dagen de onbedekte huid iedere twee uur in met factor 30,’ adviseert Elsemieke. Nog beter is het om uv-straling helemaal geen kans te geven. ‘In Australië en Azië is uv-werende kleding niet aan te slepen, om huidkanker en -veroudering te voorkomen. Maar gek genoeg gaat onze voorkeur nog steeds massaal uit naar een sunkissed huid en niet naar dermatologisch verantwoorde melkflessen,’ zegt Elsemieke.