De klassieke Limburgse vlaaien kennen we allemaal: aardbeienvlaai, advocaatvlaai, appelcitroenvlaai, appelkruimelvlaai, abrikozenvlaai. Maar de woorden 'Limburgse vlaai' mogen volgens Limburgse bakkers alleen worden gebruikt als het daadwerkelijk aan de eisen en de strikte regels van de Limburgse bakkers voldoet. De smaak, de korst, de structuur, het gewicht en de ingrediënten moeten volgens de bakkers aan banden worden gelegd. Zij willen dit dolgraag bereiken middels een officieel Europees keurmerk, schrijft 1Limburg. 

Vlaaienpolitie
Want wanneer jij een 'Limburgse vlaai' koopt die niet aan de eisen voldoet, dan mag dat volgens de bakkers dan ook absoluut geen 'Limburgse vlaai' heten. 'Vlaai die te droog is, of slechts bedekt is met een dunne laag vruchtengelei zou niet verkocht mogen worden als 'Limburgse vlaai'', vindt initiatiefnemer Marcel Roubroeks. Naast het keurmerk willen de bakkers een heuse 'vlaaienpolitie' in het leven roepen. Deze under cover vlaaiagenten zouden de kwaliteit van de verkochte vlaaien moeten controleren en afkeuren als deze niet aan de eisen voldoen. Geen vervelend baantje lijkt ons.