Lisette Wellens: 'Kijk je wel uit op die hakken, je bent net bevallen'
Lisette Wellens (34) zette vroeger in elke sollicitatiebrief dat ze fan is van Pippi Langkous. Inmiddels werkt ze als presentator bij Goedemorgen Nederland. In juni kreeg ze samen met haar vriend Alwin een dochter: Yael. Elke maand schrijft ze een column voor &C Magazine.
Als een man na de geboorte van zijn kind weer aan het werk gaat, gebeurt er het volgende: niks. Er zijn misschien wat collega's die vragen hoe hij het vindt om vader te zijn, wat anderen vragen om een foto van de baby en de man in kwestie neemt eventueel beschuit met muisjes mee. Maar that's it. Of-ie nou een halfjaar of vijf dagen afwezig is geweest: er wordt meteen overgegaan tot de orde van de dag. Als een vrouw weer aan het werk gaat na haar zwangerschapsverlof gaat het anders. Ik begon met een aantal losse opdrachten toen Yael twee maanden oud was. Hakken aan en gaan. Wat had ik er zin in om weer even alleen Lisette te zijn. Meer dan een wandelende melkfabriek in een verwassen joggingbroek. Helaas, dat mocht ik dan zelf wel zo zien, mijn omgeving dacht iets anders.
Lees ook: Lisette Wellens: 'Hoe zou het zijn geweest als mijn vader er nog was?'
Ik presenteerde een groot evenement. Veel pakken, veel praatjes en ik mocht het geheel aan elkaar lijmen. Nog voordat ik goed en wel mijn auto uit was, hoorde ik: 'Kijk je wel uit op die hakken, je hebt net een kind gekregen, toch?' Laat maar gaan, dacht ik. Het is vast goed bedoeld. En ik stond misschien ook iets minder steady op die tien centimeter dan voor mijn bevalling (dat krijg je ervan als je maandenlang alleen maar sneakers draagt). Maar die opmerking bleek het voorafje. 'Hoe was dat nou, je kind achterlaten bij je vriend?' was nummer twee. Gevolgd door: 'Was vast wel lastig hè, toen je wegging vanochtend, heb je gehuild?' Beide vragen moest ik met 'nee' beantwoorden. Ik had zelfs wat opluchting gevoeld toen ik de deur achter me dichttrok. Even bekroop me het gevoel dat ik dan wel een ontaarde moeder moest zijn. Maar nee, realiseerde ik me meteen. Blijkbaar is dit in 2021 nog steeds de norm.
Als nieuwe moeder hoor je ervan uit te gaan dat het huis een chaos wordt als je er niet bent, dat de vader van je kind geen idee heeft welke kleertjes passen en dat je baby niet groeit van een flesje gekolfde melk maar echt minimaal een halfuur aan je borst moet. Kortom: je moet niet geloven in een gelijkwaardige taakverdeling, maar de grootste clichés die er over vaders en moeders bestaan steeds bevestigen. Hoe hard ik ook probeerde 'mezelf' te zijn en niet 'die moeder', het bleek onmogelijk. Zelfs de vraag: 'Heeft je vriend nu dan zijn eerste papadag?' kwam voorbij. En het ergste: de meeste opmerkingen werden ook nog gemaakt door vrouwen. Vrouwen die zelf moeder zijn.
Lees ook: Lisette Wellens: 'Ik heb constant angst dat mijn kind wat overkomt'
Een paar uur later zat ik weer in de auto. Terug naar huis. Maar eerst naar een parkeerterreintje in de buurt. Vragen om een rustige plek om te kolven had ik niet gedurfd. Blijkbaar had ik onbewust de conclusie getrokken daarmee te veel in het hokje 'moeder' te vallen. Dom natuurlijk, want mijn tieten stonden op springen. Vandaar dat ik mijn kolfapparaat op een verlaten stukje asfalt haar werk moest laten doen. Weer thuis vroeg ik aan Alwin hoe hij het gevonden had, zo alleen met Yael. Onze dochter lag tevreden in zijn armen. 'Gewoon prima,' antwoordde hij, 'waarom vraag je dat?' En zo zou het moeten zijn. De normaalste zaak van de wereld. Hopelijk gaan we dat in dit nieuwe jaar allemaal wat meer inzien.
Deze column vind je ook in &C's januarinummer 'Gelukkig, een nieuw jaar'. Benieuwd naar het hele magazine? Je koopt 'm hier.