Hanneke: 'Ik mag ook nooit iets'
Hanneke Hendrix (40) deed veel levenswijsheid op als barvrouw in de kroeg. Nu schrijft ze columns en romans en is ze co-host van de ouderschapspodcast Ik ken iemand die. Ze heeft een dochter (4) en een man, en is de laatste Nederlander zonder smartphone.
'Ik wil die,' zegt de dochter als we langs het koekschap lopen in de supermarkt. Ik heb een mondkapje op. De dochter vond dat meteen normaal, ook al zijn die voor haar eigenlijk alleen 'voor in de bus'. Niet dat we ooit met de bus gaan, want in ons dorp rijdt nauwelijks een bus, maar als er eentje voorbij reed ergens, dan riep ze steeds heel blij: 'KIJK MAMA, MONDKAPJES!' Alsof het exotisch soort vogels betrof. Hoe dan ook, we lopen door het koekpad (een heel pad ja) en de dochter wijst naar een verpakking met een tekenfilmfiguur erop.
Lees ook: 'Hanneke: 'Waar mag je snot smeren en waar niet?'
'Die zijn lekker?'
Omdat het in mijn leven nog nooit is gelukt om in kindertaal tegen wie dan ook te praten zeg ik:
'Nee, die zijn niet lekker, dat zijn gewoon hele saaie cakejes die ze hebben proberen op te leuken met een verpakking waarvan ze weten dat kindertjes die graag willen hebben, om zo die vieze cakejes te slijten.'
'O,' zegt de dochter, die halverwege mijn betoog al is uitgeschakeld.
Een vrouw die me tegemoet komt kijkt me hoofdschuddend na.
'Maar mag ik die dan?' vraagt de dochter.
'Nee,' zeg ik.
'Ik mag nooit iets,' zegt de dochter sip.
Ik begin mijn standaard speech over het hebben van een warm bed, een huis, een televisie, leuke kleren, drie maaltijden per dag, heel erg veel speelgoed en het feit dat ze dus gerookte zalm krijgt als snack als ze thuiskomt van school. De dochter houdt van gerookte zalm, want uiteindelijk zijn kinderen ook maar gewoon mensen die er dus op een dag (bij mijn dochter was dat op driejarige leeftijd) achterkomen dat zaken als olijven, zalm en houmous heel erg lekker zijn.
Ze zucht.
'Het is ook lastig om te snappen,' zeg ik.
'Ik wil niet meer praten,' zegt ze.
'O,' zeg ik.
'Dus,' zegt ze.
Ze vraagt of ze dan op het kinderscherm mag, bij de kassa’s. Het mag.
Ik haal de laatste boodschappen. In de vriezer kijk ik naar de verpakkingen ijs. Ik zucht. Ik mag ook nooit iets. Ik heb honger. Ik mag thuis een boterham met kaas. En zwarte koffie.
Ik zucht.
Ik kijk naar de rug van de dochter verderop voor het schermpje, het staartje op haar hoofd, haar jas.
Ik draai me om en gooi een doos Magnums in de kar.
We racen naar huis.
Lees ook: Hanneke: 'Hallo? Bent u daar nog?'
'Waarom klinkt het altijd alsof ze een surfboard doormidden breken, als iemand in die reclames een hap neemt?' zegt de man, als we ’s avonds voor de televisie een ijsje eten.
In mijn herinnering waren ze ook lekkerder toen ik een kind was.
'Omdat het gewoon hele saaie ijsjes zijn die ze hebben proberen op te leuken met een reclame waarvan ze hopen dat bankhangende veertigers een link gaan leggen met het groots en meeslepende leven dat ze zo graag willen hebben, om zo die suffe ijsjes te slijten.'
Ik zucht.
En als je dan eindelijk eens een keer iets mag, dan valt het tegen.
Gelukkig heb ik een dak boven mijn hoofd.
Lees hier meer columns van Hanneke.