1. Je wordt zelfstandig en zelfverzekerd
Als je de ferry naar Ameland mist of verdwaald raakt in Thailand – bijna hetzelfde – dan moet je dat zelf op zien te lossen. Niemand die het voor je kan doen. Psycholoog Chloe Carmichael Peet vertelt aan NBC dat je daar in één klap een stuk zelfstandiger en zelfverzekerder van wordt. Als je alleen met een lastige situatie moet omgaan zie je jezelf namelijk als sterker en onafhankelijker. Je brein geeft zichzelf als het ware een schouderklopje. Hierdoor stap je in de toekomst ook eerder op dit soort situaties af waardoor je weer nog zelfverzekerder wordt. Dat is een cirkel waar je best in terecht wil komen.

2. Je werkt aan je sociale skills
Maar niet alles gaat je alleen lukken. Soms heb je ook gewoon even hulp nodig. Je gaat zeker weleens moeten vragen waar je een taxi kan pakken of in welk dorp je eigenlijk beland bent, helemaal als je op een onbekende plek reist. En dus is het ook een investering in je sociale vaardigheden. Hierna stap jij met gemak op iedere vreemdeling af. 

3. Je hebt ultieme vrijheid
Niemand die zegt waar je moet zijn, niemand die zegt wat je moet doen. En dat is goed voor je. Je hoeft nu namelijk helemaal niemand gelukkig te maken behalve jezelf, en daardoor ben je gefocust op je eigen geluk, legt Chloe uit. Dit geeft je het gevoel van ultieme vrijheid. Je kan nu alles doen waar jij gelukkig van wordt. Als je de hele dag in bed wil liggen terwijl je eigenlijk ook alle toeristische highlights van de Veluwe zou kunnen bezoeken? Prima. Zegt niemand wat van. Vooral doen. 

Lees ook: 7 plekken in Nederland die je als natuurliefhebber wil bezoeken

4. Je leert nieuwe mensen kennen
Als je gaat voor een volledig tot-jezelf-komen-solo-weekend, dan gaat deze misschien niet helemaal voor je op, maar reizen in je up is ook dé manier om nieuwe mensen te ontmoeten. En dat is ook weer goed voor je mentale gesteldheid. Psycholoog Christopher Bergland schreef voor Psychology Today dat het ontmoeten van nieuwe mensen, al is het maar een groet of voorstelronde, de gelukshormonen oxytocine en serotonine activeert. Tijd om te socializen, dus.

5. Je leert omgaan met zwaktes
Dit vinden we wat minder leuk, maar het is minstens net zo belangrijk. Psycholoog Jon Belford legt aan NBC uit dat je jezelf pas echt kunt tegenkomen als je alleen bent, en dat het fijn is om dit te doen in een onbekende omgeving. Dan heb je namelijk een gevoel van anonimiteit, waar je weer wat rustiger van wordt. Misschien realiseer je je ineens wel hoe belachelijk veel stress je hebt op je werk of dat je eigenlijk helemaal niet zo blij bent met je partner die geen vinger uitsteekt in het huishouden. En misschien baal je daar wel heel erg van. Hoe dan ook, alleen zijn is wel de manier om hiermee om te gaan. 

6. Je kan goed nadenken over je levenskeuzes
Alleen zijn in een nieuwe omgeving geeft je ook alle tijd om na te denken over jezelf en je leven (zoals bijvoorbeeld die partner die nooit de vaatwasser inruimt), en of je er eigenlijk wel zo blij mee bent. Professor Sociale Wetenschappen Matthew Bowker vertelt aan People Magazine dat we geneigd zijn om onze eigen identiteit op te vullen met die van de mensen om ons heen. Of met wat wij denken dat ze van ons verwachten. Maar als je even alleen bent, maak je iedere keuze voor jezelf. Misschien besluit je na een midweek Zeeland wel om alles helemaal om te gooien. Je weet het niet.

Lees ook: Lovely Lissabon: deze hotspots mag je niet missen tijdens een citytrip

7. Je gaat met een dosis levenservaring naar huis
Zo'n avontuur met jezelf levert je dus weer een lading aan levenservaring op. En die is helemaal van jou alleen. Je bent heel wat ervaringen rijker en dat heb je volledig aan jezelf te danken. Iets moois om op terug te kijken en om trots op te zijn. Tijd om je koffers te pakken, dus.