Met deze vijf trucs haal je alles uit je kruidenplantje
Natuurlijk heb je het idee dat je een chefkok bent al je een paar blaadjes basilicum door je pasta knalt, maar er is nog zoveel meer dat je kan doen met je kruidenplantje. Met deze vijf tips haal je in ieder geval wel alles uit je plant.
1. Koop je plant niet in de supermarkt
Veel kruidenplantjes die je bij de super op de hoek kan kopen zijn in razend tempo gekweekt. Daarom hebben ze moeite om in een normale omgeving in leven te blijven zonder mest, hitte en continu daglicht. Een kruidenplantje van een tuincentrum is anders gekweekt en gaat daardoor vaak een stuk langer mee. Geef de planten van onder water (dus dat wil zeggen: zet ze op een schaal, bord of plateau en giet daar het water op) en vul het laagje water aan als die op is. De meeste kruidenplanten hebben zeker drie tot zes uur per dag direct zonlicht nodig en gaan slecht op temperatuurwisselingen, hou daar dus rekening mee als je het plantje een plek geeft in huis.
Lees ook: Mysterie ontrafeld: hoe hou je een kruidenplantje in leven?
2. Vries de kruiden in
Bijna alle kruiden blijven vers als je ze een paar dagen in de koelkast bewaart, alleen basilicum overleeft het dan niet. De meeste kruiden kan je ook invriezen, en zo zijn ze maanden houdbaar. Alleen kamille, laurier, munt, oregano, rozemarijn en tijm kan je beter niet invriezen, maar voor andere kruiden geldt dat dat prima kan. De kans bestaat alleen wel dat de smaak door het invriezen vermindert of verandert, dat kan je tegengaan door ze eerst te blancheren. Spoel de blaadjes af onder de koude kraan en dompel ze tien tot twintig seconden onder in kokend water. Als je ze daarna meteen invriest blijven ze minstens twee maanden goed. Je kan de kruiden invriezen in een ijsklonthouder met koud water. Je hoeft de kruiden trouwens niet te laten ontdooien als je ze wil gebruiken, je kan ze gewoon met ijsklont en al in de pan mieteren.
3. Laat de kruiden drogen
Basilicum, bieslook, kerrie, koriander, laos en peterselie kan je beter niet laten drogen, maar met andere kruiden is dat geen probleem. En het grote voordeel van gedroogde kruiden is dat ze pas na zes tot twaalf maanden hun smaak verliezen. Je kan de blaadjes van je kruidenplant laten drogen in de magnetron, oven en buitenlucht, afhankelijk van hoe snel je de kruiden nodig hebt. In de magnetron laat je de blaadjes één tot drie minuten op de hoogste stand in de magnetron draaien. In de oven duurt het al iets langer: laat de kruiden daar ongeveer zes tot twaalf uur op de laagste stand drogen. En aan de buitenlucht duurt helemaal lang: hang ze op of leg de kruiden op een schoon bord en laat ze één tot twee weken drogen, maar voorkom dat ze in direct zonlicht liggen. Voor alle drie de methodes geldt: als de kruidenblaadjes knisperig zijn, zijn ze goed.
4. Maak zelf kruidenolie
Supermakkelijk maar wel heel leuk en lekker: zelf kruidenolie maken. Je staat namelijk echt maar een paar minuten in de keuken om deze olie op tafel te toveren. Verse kruiden moet je wel eerst minstens 24 uur laten drogen voor je ermee aan de slag gaat, maar je kan het ook met gedroogde kruiden doen zoals hierboven. Snijd in het geval van verse kruiden de blaadjes heel fijn zodat er meer smaak vrijkomt, doe de kruiden in een fles en giet daar extravierge olijfolie bij. Laat ongeveer een week staan op een donkere plek zodat ze smaak erin kan trekken en voilà: je hebt kruidenolie. Gedroogde kruidencrunch je ook in een fles en daar giet je olijfolie bij, het duurt dan alleen iets langer tot de smaak van de kruiden in de olie zit: laat de fles minstens twee weken staan.
Lees ook: Groene vingers: hier moet je op letten als je begint met een moestuin
5. Stek je plant
Als je vaker kruiden van je plantje plukt dan dat ze weer aangroeien, kan je natuurlijk een nieuwe kopen. Maar nog leuker is om zelf je kruidenplant te stekken, ook leuk om dan bijvoorbeeld je eigen gekweekte plantje cadeau te doen. En het is nog makkelijk ook. Ontsmet een schaar en knip een paar stengels van ongeveer tien tot vijftien centimeter van je plant. Zet daarna je stekje in een glas water, maar let op dat er geen blad in het water zit. Als dat wel zo is kan je de onderste blaadjes van het stekje afhalen. Zet je stek in het licht en verpot hem als je na een paar weken wortels hebt van vijf centimeter. De grond moet je de eerste weken licht vochtig houden, als je plant sterk genoeg is kan je hem vanaf dat moment ook van onder water geven.