Meer bekijken
  1. Gossip & Sterren
  2. › ›
  3. Herman Finkers: 'Ik keek tegen iedereen op, zelfs tegen junks'
Gossip & Sterren

Herman Finkers: 'Ik keek tegen iedereen op, zelfs tegen junks'

Nu in &C: als student werd de stotterende Herman Finkers zonder pardon uit zijn cabaretgroep gekukeld. De sympathieke Almeloër krabbelde op en ging door. En dat doet-ie nog steeds. Tegenwoordig niet meer in het theater, maar als zanger, schrijver en acteur.

30-1-2020 19:00
Interview: Kim Hopmans, fotografie: Peggy Kuiper

Herman: 'Ging ik naar de bakker voor een halfje bruin, dan kwam ik thuis met een halfje wit – dat kreeg ik er net wat makkelijker uit. In de hoop van mijn gestotter af te komen, sloot ik me tijdens mijn studie aan bij een cabaretclub. Terwijl mijn groepsgenoten met een zekere flair onze sketches opvoerden, stond ik ernaast, als een houten plank met een Almeloos accent. Toen ik voorstelde te stoppen, ging er een zucht van verlichting door de groep: 'We zijn blij dat je het zelf aankaart, we hadden het probleem 'Herman' inderdaad al besproken.' Twintig jaar later stond ik in Carré. Credo quia absurdum.'

Lees ook: Acteur Huub Stapel: 'Ik hoef niemand te bedanken'

Helahola-familie
'Maar voor het zover was, liep ik met mijn ziel onder mijn arm: waartoe was ik toch op aard? Ik keek tegen iedereen op, zelfs tegen een junk op straat. Een eenzame, wat depressieve periode. Dat heb ik van mijn moeders kant, zij zijn wat zwaarder op de hand. De familie Finkers is juist een levenslustige helaholafamilie, niet depressief te krijgen. De Finkers in mij kwam definitief boven toen ik voor het eerst succes had. Niemand van mijn Ierse studentenfolkbandje durfde onze eigen nummers aan te kondigen, daarom deed ik het – stotterend en wel. Verrassend genoeg had ik de lachers op mijn hand, waardoor de angst voor het stotteren op slag verdween en daarmee het stotteren zelf ook. Niet lang daarna las ik een gedicht van mijn broer Wilfried en voelde: ik ben dichter. Ik trad op in literaire cafés en poëziefestivals en maakte wederom mensen aan het lachen – terwijl mijn gedichten niet komisch bedoeld waren. Mensen besloten me 'cabaretier' te noemen. 'Ze lachen toch om je gedichten? Nou, dan is het cabaret.' Ik liet de rijm achterwege en veranderde mijn gedichten in conferences. Zo maakte ik van mijn handicap mijn beroep: ik kan van alles slechts een beetje – pianospelen, gitaar, zingen, swingen – maar mix je dat op de juiste manier en voeg je je eigen persoonlijkheid toe, dan kan het tóch wat worden.

De positieve Finkers-kant bleef boven: ik bleek op aard om hard­werkende mensen 's avonds te kunnen laten lachen. Een mooier beroep kan ik me niet indenken, nog steeds niet. Wat aanvankelijk als een bevrijding voelde, werd gaandeweg steeds meer een keurslijf. Het succes was groot in de jaren tachtig en negentig, maar op den duur word je je eigen concurrent: je volgende programma mag niet minder zijn dan je vorige. Op een gegeven moment had ik alle facetten, liedjes en grappen wel gehad. Ik liep vast. Ik wilde een andere kant op, maar had geen ruimte om die nieuwe vorm te vinden: als je weet dat de mensen al een kaartje hebben gekocht voor iets wat jij nog niet hebt geschreven, is er geen tijd om te experimenteren. Dan hou je vast aan het veilige, aan wat werkt. Om tot nieuwe dingen te komen móést ik voor onbepaalde tijd stoppen. Eenmaal thuis liet ik de ideeën en liedjes maar gewoon opborrelen, en ineens klopte het. Na zeven jaar keerde ik terug in het theater met Na de pauze, en in 2015 verzorgde ik de oudejaarsconference. Dit laatste deed ik uit pure nieuwsgierigheid: persoonlijk kon ik me niets voorstellen bij een oudejaarsconference van Herman Finkers. Daarom deed ik het, het was weer eens wat nieuws.'

Lees ook: Hans de Booij: 'Hoe ouder je wordt, hoe minder je betaald krijgt'

Gesloten afdeling
'Ik ben een kluizenaar. In mijn eentje in de kleedkamer van een groot theater, volkomen geïsoleerd, in de verte het geluid van een volstromende zaal, daar is het leven, hier de stilte, heerlijk, dan voel ik me veilig. Net als op het podium, waar ik mijn eigen wereld kan scheppen. 'Maak je studie af en doe cabaret als hobby erbij,' zei mijn vader nog, maar daar was geen sprake van. Ik had een heilig vuur: ook al was een tekst matig, ik geloofde zo sterk in mezelf dat het publiek er wel in mee móést. Later werd mijn vader mijn grootste fan. Toch mis ik het theater niet, ik ben geen theaterdier dat graag in het volle licht staat. Ik vind het zelfs vrij gênant om er te staan, maar ja, als ik iets zelf heb gemaakt, kan ik het ook maar beter zelf brengen.'

Benieuwd naar het hele interview met Herman? Je leest het nu in &C 'Zeg eens vagina' en op Blendle. Wil je geen &C meer missen en profiteren van leuke extra's, word dan hier abonnee.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ontvang één keer per week alle &C updates!
Het is vereist de inschrijving te bevestigen door dit vakje aan te vinken.
GO
Bedankt voor je inschrijving voor de nieuwsbrief!
Vanaf nu ontvang je de nieuwsbrief.
Bestel nu &C's nieuwste editie
&C's augustusnummer 'Zeg, valt er nog wat te flirten' is uit!
Bestel nu voor € 6,95
Wees slim en word abonnee!
12x &C Magazine op je deurmat
Bekijk alle deals

Gerelateerd

Geen probleem!
&C maakt gebruik van cookies. Als je verder leest, ga je daarmee akkoord. Meer info »

We love cookies

Deze website maakt gebruik van cookies.
Geen probleem!

We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om functies voor social media te bieden en om websiteverkeer te analyseren. Ook delen we informatie over je gebruik van onze site met onze partners voor social media, adverteren en analyse.

Wanneer je gebruik blijft maken van andc.tv gaan wij ervan uit dat je hiermee akkoord bent. In onze privacy voorwaarden vind je een beschrijving van al onze cookies.