De donssnor
Voorjaar. Lange dagen, zonnestralen en terrassessies. Heerlijk. Maar zodra de vogeltjes hun nestjes bouwen en insecten je weer om de oren vliegen, komt er nog iets anders aan het licht wat van mij in de duisternis had mogen blijven: de snor. Nou ja, snor? Die donshaartjes rond de mondhoeken. Bij donker haar is het een aanhoudend probleem en ben je gewend deze met regelmaat te verwijderen. Maar bij licht haar is het een seizoensgebonden probleem.
De voorjaarszon
In de donkere dagen vallen ze niet op en kom je er nog wel mee weg een hars- en plukbeurt over te slaan. Tot daar de voorjaarszon een ander licht schijnt. Precies het licht waar die kleine haartjes van gaan shinen en reflecteren. Vooral ‘s ochtends, in de felle zon, schitteren ze meer dan ooit en druk je jezelf op het hart vanavond écht te ontharen. Maar met het afzwakken van de stralen, verdwijnt ook het voornemen. Tot het weer ochtend wordt…
Wat te doen? Laseren. Hard en regelmatig (wel volgens de gebruiksaanwijzing) tot er nog maar een enkel haartje op de bovenlip priemt. Of direct zonlicht vermijden. Er zit niets anders op.