Rebelleren kun je leren: dit is waarom we meer schijt moeten hebben
We onderschatten het belang van schijt hebben, vindt journalist Kimberly Palmaccio (26). 'De gelukkigste mensen zijn de outcasts, rebellen en authentieke ik-pas-mij-niet-aan-types.'
Zeg eens: wanneer had je voor het laatst schijt? Ik doel dan zeg maar niet op: wanneer je voor het laatst hebt zitten kakken, maar wanneer je voor het laatst uit de band sprong. Lak had. Iets 'anders' deed. Buiten de lijntjes kleurde. Je niks aantrok van de mening van anderen.
Lees ook: Geen fan van andermans kinderen? Dat is dus compleet normaal
Vroeger, toen ik nog piepjong was en op zoek naar mezelf, vond ik het spreekwoordelijke maaiveld heerlijk. Geen haar op mijn hoofd met sluikhaar die eraan dacht om mijn kop erboven uit te steken. Ik was een muurbloem. Zo eentje die honderd jaar een vriendje had, braaf haar diploma's haalde. Reizen? Een tussenjaar? Mij niet gezien. Veiligheid boven alles.
Gelukkig is dat tij behoorlijk gekeerd en neem ik nu meer risico's. Ik verbrak een lange relatie die fijn, veilig en op papier perfect was. Ik reis alleen. Leef ruig (wat dat ook mag zijn). Feest me suf. Zegde mijn goedbetaalde baan op voor het onzekere freelancebestaan. Maar toch, tóch is er steeds dat stemmetje in mijn hoofd dat zich graag conformeert aan de menigte. Ik bewonder vrouwen die hun haar paars verven, overal hun ongezouten mening delen, hun armen vol tatoeëren of halfnaakt op Instagram staan. Laatst nog zag ik een vrouw midden op het Leidseplein dansen met koptelefoon, op rollerskates, in korte fluorescerende tanktop. 'Vet,' hoorde ik mezelf zeggen. Maar no way José dat ik dat zelf zou doen, want stel je voor. Terwijl ik dat best zou willen, dus.
Misschien durf ik niet omdat de 'doe maar normaal'-cultuur zo erg heerste in het dorp waar ik vandaan kom. Of misschien gewoon omdat het in het aard van het beestje zit. Ik weet het niet. Maar echt schijt heb ik niet.
Volgens Margriet Sitskoorn, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Tilburg Universiteit is die terughoudendheid logisch en verklaarbaar: bepaalde structuren in onze hersenen kiezen liever voor veiligheid dan voor de discomfort die je ervaarr zodra je uit je comfortzone stapt. De mens heeft als basisbehoefte om ergens bij te horen, we zijn bang voor afwijzing. Het uiten van onpopulaire meningen doen we liever niet. In sommige groepen durf je niet te zeggen wat je denkt, meng je je niet in een discussie maar hou je je mooi op de vlakte. Bang voor het (negatieve) oordeel van de ander, spanning of conflict. Door je mond te houden, kan niemand er ook iets van vinden. Vooral in het huidige internettijdperk is dat niet gek: door (sociale) media krijg je al snel een bak stront over je heen. Kijk maar naar Doutzen Kroes die in 2011 al bij Pauw & Witteman zei dat Zwarte Piet racisme is. Ze werd vierkant uitgelachen, uitgemaakt voor 'dom blondje', tot doodsbedreigingen aan toe. Niet bepaald motiverend om wat vaker je mond open te trekken.
Lees ook: Pleaser pur sang? Zo krijg je schijt aan wat anderen van je vinden
Bang voor afwijzing
'Zonde,' zegt psycholoog Josje Smeets. 'Door je niet uit te spreken doe je jezelf tekort. Anderen weten niet wat ze aan jou hebben. Je maakt je onzichtbaar, kropt je gevoelens op, onthoudt anderen wie je echt bent en op die manier groeit jouw zelfvertrouwen niet. Het is belangrijk dat je je uitspreekt en van je laat horen. Jouw mening telt, is boeiend, ook al komt die misschien niet overeen met die van een ander. Dat betekent niet meteen dat de ander jou niet mag, of negatief over jou gaat denken. Integendeel: in sommige situaties dwingt het juist respect af, of zorgt het voor een interessant gesprek. Dat is veel leuker dan weinig aan het gesprek bijdragen.
Schijt hebben, dat kan je leren. Wil je weten hoe? Dat lees je in &C's nieuwste nummer 'Schaamteloos jezelf' dat nu in de winkels ligt. Of bestel 'm hier.