Jongen of meisje? Deze journalist legt uit wat er mis is met die vraag
Wees niet bang voor non-binaire mensen, maar probeer ze te begrijpen, aldus journalist Kevyn Levie (34) in &C's augustusnummer. Daar wordt iedereen beter van.
'Is dat nu een jongen of een meisje?' hoor ik achter me een kleuter vragen. Haar moeder is net langs me gelopen, kind op de schouder. 'Ssssst,' sist ze tegen haar kleine. Ik moet grinniken. Een kind van een jaar of vijf ziet dus al dat ik niet goed binnen die hokjes pas. Die kleuter heeft vast al veel geleerd over de hokjes 'jongen' en 'meisje'. Onderzoek laat zien dat kinderen van twee jaar zich al bewust zijn van gender, en weten met welk speelgoed ze wel en niet 'horen' te spelen. Ouders baseren hun toekomstbeelden al voor de geboorte op het geslacht van hun kind. Met als dieptepunt de genderrevealparty: met de hele wereld delen welke genitaliën je kind heeft, en wie het daarom zou moeten willen zijn.
Lees ook: Vingertikken en gefluister: waarom we allemaal aan de ASMR willen
Dat een kind zich comfortabel voelt bij die verwachtingen is allerminst vanzelfsprekend. Zo'n vier procent van Nederland vindt zichzelf niet volledig passen in het hokje waarin de maatschappij hen stopt, en ongeveer een half procent voelt zich non-binair: geen man of vrouw, maar ergens daarbuiten of daartussenin. Langzaam is er meer aandacht voor die mogelijkheid en vinden meer mensen de woorden om zichzelf te beschrijven. Eén daarvan ben ik. Ruim dertig jaar lang noemden mensen me 'meneer', 'vent', 'mijn vriend' of 'mijn zoon'. Dachten mensen te weten wat ik dacht en wilde, omdat ze me als man zagen. Ik wist altijd dat het wrong, dat ik die rol niet overtuigend kon spelen.
Er was een hele mannenwereld waar ik niks van begreep, met vriendengroepen en voetbal, baardgroei en barbecues. Ik werd verdrietig en trillerig als mensen het over mijn gender hadden. Ik wist alleen niet dat het niet normáál was om je zo slecht over jezelf te voelen, en dat er een alternatief was. Tot ik eindelijk de woorden vond voor wie ik ben, twee jaar geleden. Non-binair zijn betekent voor mij: gewoon mens mogen zijn, buiten knellende hokjes. Ik ben ook trans, want niet cis: ik voel me niet thuis bij het geslacht dat me toegewezen is. Als mensen mannelijkheid in me zien of dat van me verwachten, maakt dat me gespannen en ongelukkig. Ik gebruik hormonen, want mijn hersenen blijken beter te draaien op oestrogeen dan op testosteron. Maar al hou ik van jurken en nagellak: ik zal evengoed nooit vrouw willen zijn.
De afgelopen jaren kwamen tal van beroemdheden – van Demi Lovato tot Elliot Page – uit de kast als non-binair. In Nederland voelt bijvoorbeeld Raven van Dorst (Elle Bandita) zich geen man of vrouw, en tienerserie SpangaS introduceerde vorige zomer een non-binair personage. Keer op keer met heftige reacties tot gevolg: 'De wereld is zo ziek aan het woorden, waar gaat dit heen,' schrijft iemand onder een Instagram-post van NOS over SpangaS. Een ander: 'Als je geen man of vrouw bent, ben je geen mens, en verdien je het niet als mens behandeld te worden.'
In panty over straat
Meer zichtbaarheid betekent dus nog lang niet dat Nederland non-binaire mensen accepteert. Uit een recente peiling van marktonderzoeksbureau Motivaction blijkt dat maar 38 procent van de bevolking er echt begrip voor heeft. En zo'n twintig procent van Nederland vindt dat er iets 'goed mis is' met non-binaire mensen, blijkt uit eerder SCP-onderzoek. Daarbij staan vrouwen een stuk positiever tegenover genderdiversiteit (non-binaire en trans personen) dan mannen.
Dat merk ik ook op straat. Vooral mannen kijken lacherig naar me, sissen of werpen agressieve blikken. Ook in een grote stad als Amsterdam. Net als veel vrouwen ben ik voortdurend bezig met hoe ik mezelf veilig hou zonder mezelf te veel in te perken. Want als ik een panty aan- en lippenstift opdoe, weet ik dat de kans veel groter is dat mannen me lastigvallen of dat een groep jongens me uitscheldt voor k*nkerhomo.
Lees ook: Alles perfect willen doen en toch goed functioneren: kan dat?
In een wereld die voor en door cis mannen is gemaakt, ben je als niet-man object: iets wat bestaat om iets van te vinden. En als je, zoals ik, geen man bent, maar wel vaak zo gezien wordt, loop je het meeste risico. Jaarlijks worden wereldwijd honderden trans vrouwen en non-binaire mensen vermoord, en een veelvoud daarvan krijgt te maken met geweld. Volgens schrijver Julia Serano komt dat omdat wij het idee bedreigen dat mannelijkheid superieur is aan vrouwelijkheid: we zijn immers liever géén man dan wel. En dat maakt mannen kennelijk woest.
Niet dat alleen mannen het probleem zijn. Want het idee dat er twee genders zijn, en wat wel en niet gepast gedrag is voor het geslacht dat je toegewezen krijgt, zit in iederéén. Het zijn vanzelfsprekende zekerheden waar de maatschappij mee doordrenkt is, die iedereen van kinds af aan meekrijgt. De genoemde peilingen en de felle reacties op coming-outs van bekende artiesten laten zien dat veel mensen – mannen én vrouwen – bang zijn iets te verliezen als de binaire sekse-indeling wankelt.
Wil je het hele verhaal van Kevyn lezen? Je vindt dit artikel in &C's augustusnummer 'Sex is in the air' dat nu in de winkels ligt. Of bestel 'm in &C Webshop.