1. Je bent gelukkiger
Met al die keren dat je ze het liefst aan het behang zou willen plakken zou je het misschien niet verwachten, maar je broers en/of zussen kunnen ervoor zorgen dat je gelukkiger bent. Uit een onderzoek van de Brigham Young Universiteit blijkt namelijk dat een goede band met je geschwister hét medicijn is tegen eenzaamheid, onzekerheid en angstgevoelens. Dus zit je in een dip? Wip dan even langs bij je broer of zus. Vinden ze vast leuk.

Lees ook: Waar zit die uitknop? 6 bloedirritante dingen die alle kinderen doen

2. Je bent optimistischer 
Door samen herinneringen te maken en deze verhalen later weer te vertellen, sta je optimistischer in het leven en ben je vrolijker. Dat ontdekte professor psychologie Tim Wildschut van de Universiteit van Southhampton. En met wie heb je nou meer herinneringen dan met je broers en zussen? Haal die oude fotoalbums dus maar uit de kast en lach je samen rot.

3. Je ontwikkelt verantwoordelijkheisgevoel
Ben jij de oudste thuis? Dan is dit vooral voor jou een herkenbare: het ontwikkelen van een verantwoordelijkheidsgevoel. Komt waarschijnlijk door al die (onbetaalde) oppasavonden waarop jij voor je jongere bloedverwant moest zorgen. Maar niet getreurd, die avonden waren niet voor niets. Het heeft je een zorgzamer en verantwoordelijker persoon gemaakt die familie op één zet, volgens auteur Jeffrey Kluger die The Sibling Effect: What the Bonds Among Brothers and Sisters Reveal About Us schreef. 

4. Je kan beter tegen stress
Hoe ouder je wordt, hoe beter de band met je bloedverwanten waarschijnlijk is. Misschien ben je hen zelfs als vrienden gaan zien, in plaats van alleen familie. En dat is een goed teken. Uit meerdere studies blijkt namelijk dat wanneer je tijd besteedt met iemand die je leuk vindt, je minder stress ervaart. Daarnaast beschermen je broers en zussen je ook tegen de negatieve effecten van stress, zoals hierboven beschreven. Ze fleuren je op, laten je lachen en halen je even uit de sleur. Thanks bro. 

5. Je blijft sneller gezond
Ja, ja, die strakke sixpack heb je te danken aan je grote broer (oké, en alle uren in de sportschool zwoegen). Volgens de Edelman gezondsheidsbarometer, een onderzoek uit 2011, geeft 46% aan dat vrienden familie de grootste invloed hebben op hun levenswijze en gezondheidskeuzes. Je grote broer in de sportschool, jij ook. Skip jij de zak chips, je broer dus ook. Jullie motiveren elkaar. Lekker bezig. 

Lees ook: Say what: op deze leeftijd lijk je het meest op je moeder

6. Je leert onderhandelen
'Nog één keer en dan mag jij.' 'Oké, maar dan mag ik morgen als eerst.' Klinken deze zinnen je bekend in je oren? Grote kans dat jij door je siblings nu een kei bent in onderhandelen. Zeker als je met oudere broers of zussen te maken hebt gehad, heb je tegen flink wat op moeten boksen. Wij weten wel waar je je politieke carrière aan te danken hebt. Of je werk als marktkoopman, kan ook. 

7. Je leeft langer 
Of je nu wilt of niet, je zit nog een lange tijd met je bloedverwanten opgescheept. Door een goede band met ze te hebben leef je gemiddeld namelijk zo'n zevenenhalf jaar langer. Dat komt omdat je door je familie te zorgen je jezelf ook inspireert om beter voor jezelf te zorgen. Bovendien heb je iemand die voor jou zorgt als het slechter met je gaat. Dus hup, bel ze op, ga langs en geef ze een dikke knuffel vandaag. Zonder die broers en zussen van ons zijn we helemaal nergens.