Kom je met moeite van de bank af? Doodnormaal, zeggen experts
Sporten? Dat druist tegen onze natuur in. Want evolutionair gezien hoor je pas te bewegen als er gejaagd moet worden. Lisanne van Sadelhoff heeft een boodschap aan alle bankzitters: je bent heel normaal.
Eigenlijk is sporten een omgekeerde McDonald’s. Als je naar de Mac gaat, heb je er van tevoren zin in, en als je dan eindelijk die hamburger in je mik stopt, geniet je met volle teugen. Daarna voel je je slecht. Met sport is het vaak net andersom. Je kunt jezelf van tevoren amper (lees: niet) van de bank af krijgen, als je in die sportschool staat heb je om de vijf minuten het gevoel dat je sterft en dan, als je onder de douche vandaan stapt, voel je je als herboren. We betalen een bootcampinstructeur om tegen ons te schreeuwen en trainen ons suf om een halve marathon te rennen. En zelfs tijdens zo’n training maakt ons hart een sprongetje van enthousiasme als we zien dat de volgende vier oefeningen líggend zijn en is de klok onze beste vriend. Althans: als-ie ons aangeeft dat de helft van de training inmiddels is verstreken.
Lees ook: Twijfel, onzekerheid en opeens aan het tieren? Let dan op je cyclus
De helft van de Nederlanders beweegt onvoldoende, zo bleek vorig jaar nog uit cijfers van het CBS. Jongeren sporten steeds minder, ouderen steeds meer. 54 procent van de Nederlanders voldeed aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Die houden in: minstens honderdvijftig minuten per week matig intensieve inspanning, verspreid over meerdere dagen, twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten (pilates of je dagelijkse work-out does the trick) en o ja: voorkom stilzitten (Netflix = ook stilzitten. En wijn drinken ook).
Kom van die bank af
In deze pandemische tijden zien we bovendien hoe belangrijk die figuurlijke stok achter de deur is. Sportkoepel NOC*NSF ziet steeds minder fitte Nederlanders door de lockdown. Ongeveer 4,5 miljoen mensen geven aan minder te sporten als hun sportclub dicht is. Voor sommigen is een kleine stok genoeg, anderen hebben hele boomstammen nodig. Zoals Yvonne (33): ‘Ik sport al mijn hele leven, handbal, en ik heb er al mijn hele leven geen zin in. Twee keer per week, dus gemiddeld zo’n honderd dagen per jaar, ga ik door allerlei fasen heen voordat ik van de bank af kom.’ Het begint met, zo zegt Yvonne: geen zin hebben. Dan: niet willen gaan. Dan: een intern conflict met zichzelf over waarom ze geen zin heeft, maar dat ze eigenlijk wel moet gaan, maar dat ze eigenlijk geen zin heeft. En dan is er iets in haar dat weet: als ik ga, voel ik me beter. ‘Maar dat gevecht, elke keer weer, zo vermoeiend. Ik ben mentaal bekaf als ik mijn sportschoenen nog niet eens aanheb.’
Lees ook: Waarom alleen wonen als je een relatie hebt? Nou, dáárom
Maar Yvonne gáát tenminste. Daar kan Leila (26) nog wat van leren. ‘Ken je die woordgrap dat sommige mensen goed zijn in korfbal, andere mensen in voetbal, en weer andere mensen in bitterbal? Nou, die bitterbal, die is op mij van toepassing.’ Ze grinnikt. ‘Iedereen stuurde die meme ook naar mij. Typisch.’ Het aantal ongebruikte sportschoolabonnementen dat op haar naam heeft gestaan, is niet meer op één hand te tellen. Haar vrienden zijn gestopt met vragen of ze mee gaat zwemmen, hardlopen of wandelen. ‘Het is dat ik geen ongezonde obesitas heb. Ik zou wel fitter kunnen zijn, in theorie, maar de praktijk
wijst uit: ik kán het gewoon niet. Ik ben lui.’
Lui, en dat hoort
En: heel normaal. Dat je geen zin hebt om in beweging te komen, is namelijk evolutionair zo bedoeld: in beweging kwam je tenslotte pas als er iets te jagen viel. Dat zegt Daniel Lieberman, hoogleraar menselijke evolutiebiologie aan de Harvard University, in zijn veelbesproken, dit jaar uitgekomen boek Exercised: Why Something We Never Evolved To Do Is Healthy And Rewarding.
Benieuwd naar het hele verhaal? Die lees je in &C's juninummer 'Lekker sportief' dat nu in de winkels ligt. Of bestel 'm in &C Webshop.